Afgelopen zaterdag moesten de veteranen van de FC Oudewater voor het eerst in de geschiedenis aantreden tegen het Alphense ARC. Alphen aan den Rijn is heden ten dage een gemeente van 100.000 inwoners en één van de oudste steden van ons land. Het dorp Alphen is ontstaan op de plaats en resten van een Romeinse castellum, Albinianae genaamd. Dat betekent nederzetting aan het witte water. Met dit water bedoelde men de rivier de Aar, die uitmondt in de Rijn. De eerste bewoning dateert uit de eerste eeuw van onze jaartelling, om precies te zijn het jaar 43, toen Claudius van 41 tot 54 keizer van het Romeinse Rijk was. Gelegen aan de linkeroever van de Rhenus, de huidige Oude Rijn. Op een middeleeuwse kaart werd het castellum als Alpheni Castra aangegeven. Deze versterking maakte deel uit van een reeks versterkingen gebouwd aan de Rijn, van Katwijk aan Zee aan de Noordzee tot Bazel aan het Meer van Constance, wat toen de grens vormde tussen het Romeinse Rijk – wat als de ‘beschaafde wereld’ beschouwd werd – en de Keltische ‘barbaarse’ stammen en volkeren die ten noorden en oosten van de rivier woonden. Alphen is net zo oud als Londinium (Londen), wat in hetzelfde jaar gesticht werd. Aan het eind van de tweede eeuw was de druk van de ‘barbaren’ uit het oosten van Europa wel zodanig, dat de Romeinse vestiging in onbruik raakte en werd ingenomen door de plaatselijke bevolking, die in aantal toenam. Deze bewoners leefden in hutten in de uitgestrekte wouden en bossen, die Holland (Holzland = het land van hout) bedekte, en waar de naam van ‘woude’ nog in vele dorpsnamen te herkennen zijn.

De Alphense Racing Club is opgericht in het jaar 1927. De club heeft ruim 1600 leden en speelt in de 1e klasse. In het seizoen 2010/2011 promoveerden de Alphenaren zelfs naar de toenmalige Topklasse. De club heeft 18 seniorenelftallen en 60 jeugdteams. De rood-zwarten zijn in het bezit van wel 8 wedstrijdvelden. Het sportcompex is gelegen aan de Zegersloot. De veteranen van de Racing Club spelen hun thuiswedstrijden op het eind van de zaterdagmiddagen: 16.15 uur. Een volstrekt idioot tijdstip. Voor veel voetbalteams is de zgn. derde helft cruciaal voor het voortbestaan van het recreatieve voetbal. Pas tegen zevenen stapten we met een kleine delegatie de kantine binnen en zodoende was het niet mogelijk de smadelijke nederlaag van 6-0 adequaat weg te spoelen. Nog steeds zonder vaste keeper Martien Kwakernaak, maar met vervanger Fred den Hollander konden we vanaf het startsignaal geen potten breken. Het balbezit percentage schatten we na de verloren pot op 80% voor ARC tegen 20% voor de FCO. In de 80 minuten die de wedstrijd duurde – scheidsrechter van Puffelen kon vanwege de duisternis niet goed meer op zijn chronometer kijken en floot daardoor te vroeg af – zijn we zegge en schrijve een handvol keren over de middenlijn geweest. Het is dat de koude in de tweede helft de spieren van de rood-zwarten verlamde, anders had er wederom een monsterscore ingezeten. Een verdwaalde supporter van de Alphenaren vroeg na afloop wat in godsnaam de taktiek van de geelbuiken was. Uw verslaggever moest het antwoord schuldig blijven. We verdedigden met 6 man de 2 spitsen van ARC en lieten zodoende de gehele linker – en rechterhelft vrij, waartoe de rest van de opponnent zo vrij als god in Frankrijk via de flanken ons domein bestormden. Gelukkig haalden Richard en Fred een dikke voldoende, want anders had het doelsaldo (3 voor en 27 tegen) er nog slechter uit gezien dan nu. Van het frivool spelende team van het vorig seizoen is niet veel meer over en alle inspanningen ten spijt – lees de artikelen over het orakel er nog maar eens op na – is de staf nu echt ten einde raad.