Vaste lezers van de belevenissen der veteranen zullen het verslag van 2 februari node hebben gemist. Ondergetekende had wegens allerlei oorzaken geen tijd/zin om het verslag te maken. Om e.e.a. goed te maken volgt alsnog het verslag van vorig weekend.

De keeper

Keepers zijn eenlingen en bij velen zit er een steekje los. Althans dat wordt vaak gezegd in het voetbalwereldje. Als je met je vrienden een potje ging voetballen op straat werd meestal de minste voetballer van het gekozen team op de goal gezet. In de vroege jaren van uw schrijver zijn de voetballers Pele en  Eusebio het meest populair. We hadden het nooit over keepers. Dat veranderde in het jaar 1966. In dat jaar werd het WK-voetbal gehouden in het Verenigd Koninkrijk en voor het eerst werden er veel wedstrijden uitgezonden op de Nederlandse tv. In ons aller geheugen zit uiteraard de sensationele finale Engeland – West-Duitsland. De kleine finale ging de dag ervoor tussen de USSR en Portugal. In Portugal speelden vele toppers van topploeg Benfica, waaronder de topscorer van het toernooi Eusebio. Hij trapte er 9 in en werd topschutter van het WK. Tegen de Sovjet Unie kwamen de Portugezen op voorsprong door een penalty van de  spits uit Mozambique. De zwarte parel, zoals hij werd genoemd knalde de bal snoeihard recht boven het hoofd van de Russische keeper Jasjin  in het doel. Hij wist dat de legendarische doelman een geweldige reputatie had bij het stoppen van strafschoppen en durfde daarom geen hoek te kiezen. De Zuid-Europeanen regen daarna kans op kans maar de Zwarte Spin hield zijn doel daarna lang schoon en de Russen werden sterker en sterker en maakten de verdiende 1-1. In de allerlaatste minuut kopte Simoes echter de winnende treffer tegen de touwen  en Jasjin en de zijnen moesten genoegen nemen met een vierde plaats. De Russische doelman speelde voor Dynamo Moskou en nam pas in 1971 op 42-jarige leeftijd afscheid van het profvoetbal. De Russen wonnen in 1960 het allereerste EK en vier jaar ervoor werden de Sovjets Olympisch kampioen.

De Russische krachtpatser speelde vier WK’s voor zijn land en stond meer driehonderd keer in het doel bij zijn club. De doelverdediger oogstte wereldwijd lof en bewondering met zijn imposante voorkomen, snelle reflexen en vooral zijn ongeëvenaarde positiespel. Jasjin ontving in 1963 de Gouden Bal, als enige keeper in de geschiedenis. Jasjin kwam op 22 oktober 1929 ter wereld in een groot Moskous arbeidersgezin. Hij leerde voetballen op straat. Zomerse hitte noch ijzige sneeuw konden de jonge Jasjin weerhouden van spelen met de bal. Zijn kinderjaren werden echter ruw verstoord door de invasie van de nazi’s. In augustus 1941 moesten de Jasjins Moskou ontvluchten en een veilig onderkomen zoeken in Oeljanovsk, honderden kilometers verderop.  Jasjins vader, metaalbewerker van beroep, werkte in deze stad verder in de munitiefabriek. De jonge Jasjin, destijds dertien jaar oud, stond zijn vader terzijde aan de lopende band.   Na de oorlog keerde Jasjin terug naar zijn geboortestad. Hij was veranderd. Jasjin leed aan depressies en zenuwinzinkingen, de lust tot voetballen was hij verloren. Een jeugdvriend adviseerde hem in dienst te gaan. Het bleek een gouden tip. Jasjin sterkte zijn lichaam en wisselde militaire trainingen af met het spelen voor het voetbalteam van de metaalfabriek.  Zijn keeperskwaliteiten vielen op, niet in het minst bij de scouts van topclub Dinamo Moskou die Jasjin in 1949 verwelkomden in hun team. Een ster was rijzende. Binnen de Sovjet-Unie maakte de doelman al gauw furore. Met zijn atletische figuur verrichtte hij spectaculaire reddingen.  Hij viel op door zijn onverschrokken uitkomen en legendarische zweefduiken. Ook  maakt Jasjin  naam als penaltykiller. Hij stopte in zijn carrière het recordaantal van meer dan 150 strafschoppen. Als eerste keeper in de Sovjet-Unie hield hij meer dan honderd wedstrijden zijn doel schoon. Zijn optreden in het nationale team van Sovjet-Unie deed de internationale pers smullen. Journalisten op de tribune roemden zijn revolutionaire manier van keepen. In een tijd dat doelmannen vooral op de lijn stonden, stormde Jasjin de tegenstander tegemoet. Dankzij zijn positiespel stond hij regelmatig aan de basis van tegenaanvallen. Hij zag waar de bal zou belanden en dook, dikwijls met gevaar voor eigen leven, tussen een mêlee van spelers om de bal te onderscheppen.

Jasjin kreeg in de internationale pers de bijnaam ‘de zwarte spin’, vanwege zijn donkere outfit en bijbehorende pet. Bovendien leek het volgens de journalisten alsof hij acht benen en armen had waarmee hij de ballen uit zijn doel ranselde. Ook in het Oudewaterse liep in de jaren ’50 en ’06 een legende rond die de ballen tegen hield: Arie Prins. De boomlange keeper, wonende  op de Lange Wal en jeugvriend van o.a. Jan den Butter, kwam op jonge leeftijd in het eerste elftal van OVS, dat op dat moment een grijs bestaan leidde in onderste regionen van de 4e klasse van de KNVB. Met Prins op de goal werd het zelfvertrouwen zo opgekrikt, dat het technisch vermogen van zijn medespelers tot volle bloei kwam. Het elftal zou 5 maal kampioen worden in zeven jaar tijd en zelfs meespelen om het kampioenschap naar de 2e klasse. In die tijd een sensatie voor zo’n klein kluppie, want de 1e klasse was toen het allerhoogst haalbare! Arie was niet alleen een fantastische keeper en had dus vele fans, maar had ook  wat negatieve trekjes. In zijn latere jaren gingen er steevast vele fans van de tegenstander achter zijn doel staan en maakten hem daar het leven erg zuur. Toen het team halverwege de jaren ’60 degradeerde naar de 4e klasse vond hij het welletjes en ging in Woerden bij Sportlust voetballen.

Afgelopen zaterdag 2 februari moesten de veteranen van de FCO tegen Sportlust te Woerden aantreden zonder keeper. Onze vaste doelman Martien Kwakernaak is al vele maanden geblesseerd en dat zorgt ervoor dat er veldspelers op de goal moeten gaan staan. De mannen doen stinkend hun best en proberen het beste ervan te maken, maar keepen is een apart vak. Edwin is min of meer de vaste sub, maar ook Fred en Martin van Vliet trekken weleens de handschoenen aan. Sportlust overwon ons op sportcomplex Cromwijck met een krappe 2-0, maar met name in de tweede helft hadden we meer verdiend. De eerste 45 minuten waren zeer matig en toen doelman Edwin uitviel met een lieskwetsuur vreesden we het ergste. Vervanger Pieter en invaller Richard zorgden echter voor een totale ommekeer. De rood-witten werden met de rug tegen de muur gezet en met name Martin W en Johan kregen kansen op een beter resultaat. Helaas. De achterstand op de voorlaatsten wordt met de week groter en de 24 punten van het vorig seizoen lijken daarom onbereikbaar.

Veteranen naar historische overwinning op buurman Linschoten (2-4)

Afgelopen weekend moesten de vermaledijde veteranen aantreden tegen VV Linschoten. Nog nooit wist de FC en in het verleden OVS op verplaatsing van de rood-witten te winnen. Vanwege vele blessures werden enkele oudgedienden uitgenodigd om de gelederen te versterken. Zo werden de heren Berno Brouwer en Edwin Zwanenburg in de voorhoede geposteerd en zorgden ondanks de stormachtige wind voor  vloeiend aanvalsspel. De achterhoede van de VVL werd vanaf het begin aan flarden gespeeld en een 0-4 voorpsprong zou met de thee niet eens geflatteerd zijn geweest. De goalie van de oppononent stond echter zijn mannetje en hield heel lang zijn doel schoon. De mooiste kans was wel voor Jeroen. Hij miste voor een leeg doel. Toch kwamen we verdiend op voorsprong door een doelpunt van Edwin. Linschoten kroop toen even uit zijn schulp en de allereerste aanval leverde de gelijkmaker op. Het was uiterst onverdiend, want laatste man Richard werd in het eigen strafschopgebied snoeihard onderuit geschoffeld en daardoor verloor hij de bal en kwam gelukkigerwijs voor de voeten van een Linschoter en deze wist er wel raad mee: 1-1. De referee stond erbij en keek ernaar. De FC was even van slag en daardoor konden veendorpbewoners de 2-1 aantekenen. Na de thee traden we aan met de harde wind tegen. Het deerde de getergde spelers uit Oudewater niet of nauwelijks. Vanaf de aftrap gooiden we de beuk erin en met Cees den Butter en Martin de Waal als verse krachten zetten we VVL tegen de muur. De zeer goed spelende middenvelder Kees v.d. Stok maakte op enigszins fortuinlijke wijze de 2-2. Opgelucht haalden we adem, want enkele minuten ervoor misten de rood-witten een levensgrote kans op de 3-1 voorsprong. De FC zette nog eens aan en de steeds beter in vorm komende de Waal scoorde met het hoofd de 2-3. De wind was inmiddels wat gaan liggen en zodoende werd het veldspel nog verzorgder. Ad maakte moe gestreden plaats voor Henk. De besnorde mddenvelder speelde een foutloze wedstrijd.

In het laatste kwartier werd de zege definitief in het slot gegooid middels een penalty van teamtopscorer Richard Karlas. De laatste 10 minuten duurden nog erg lang voor sommigen. Kees en Berno zaten er volledig doorheen en een verdere uitbouw van de voorsprong zat er mede daardoor niet meer in. Het eindsignaal klonk derhalve als muziek in de oren en samen met de zegevierende dames van de FCO  vierden we de dubbelslag op Linschoten. Coach Harry kon vanwege een hoofdwond niet aantreden met zijn maten en was daardoor in staat zijn meisjes naar een overwinning loodsen. Enkele uren voordien waren de meiden nog erg onzeker met hun tas het Markveld opgelopen. Zij dachten deze dag zonder coach het klusje te moeten klaren. Terwijl uw schrijver met zijn boekje en telefoon in de nabijheid een kopje koffie dronk met oudstrijder van Unio 1 en daarbij een stuk appeltaart mochten verorberen vanwege het vaderschap van Joost Miltenburg, kwamen enkele dames smekend richting veteranencoach Mc. De oudjes zouden het best een keer zonder mij kunnen en wellicht was het mogelijk om twee teams tegelijk te coachen; we speelden immers vlak naast elkaar. De twee ondeugendste dames van het team – één met een vlammende haardos en de ander met een jaren ’60 bril – gooiden alle charmes in de strijd om uw scribent over te halen. Lang bleef hij hen het verlossende antwoord schuldig, doch toen de beide elftallen respectievelijk veld 1 en 2 betraden bij de buren en leider Harry ontwaarden was het probleem opgelost. De altijd rustige en flegmatieke Nederendtelg stuurde zijn meisjes naar een 0-1 zege. Ondertussen waren de heren reeds in kleedkamer 5 om de historische overwinning te vieren. Jaap was zo blij voor de meiden dat ie zich het eerste half uur niet liet zien bij zijn mannen en de blits uithing in kleedkamer 3 bij de dames. Zonder enige vorm van overleg haalde hij 5 tientjes uit de veteranenpot en trakteerde met een brede glimlach om de mond de jonge vrouwen op een drankje. In de kantine gekomen werd luid zingend polonaise gelopen door de geelbuiken en daarbij liep de Koningszoon brallend voorop.