Afgelopen vrijdag 12 januari was er enige commotie op de bouwplaats aan de Lange Burchwal. Bij een vervolgonderzoek waren een tweetal muntjes gevonden en de stadsarcheoloog gelastte een nader inspectie in. Dit leidde tot veel ergernis bij de eigenaar van het terrein, een automobielhandelaar. Na jarenlang gesteggel met de gemeente kan de bouw van de appartementen nog steeds niet starten.
Bij een eerder verkennend onderzoek in augustus 2017 troffen de archeologen al muurwerk van twee huizen uit de 17de eeuw aan. In de laag eronder zijn resten van een huis uit de 15de eeuw gevonden. En weer daaronder stuitten de archeologen op nog oudere sporen. Een donker gekleurde grondlaag duidt vermoedelijk op een terp uit de 14de eeuw waarop een huis heeft gestaan.

De nieuwe vondst van de twee munten is toevallig tot stand gekomen en gaat zeer waarschijnlijk terug naar de Romeinse tijd.
Tijdens de dagelijkse wandeling met zijn leenhond Snuif merkte dhr. Van Mechelen dat het beestje steeds bijzonder alert werd bij het passeren van de bouwplaats. Vrijdagochtend was Snuif even losgelaten en nam de gelegenheid waar om over het hek te springen. Vermaningen van zijn baas om onmiddellijk terug te komen werden in de wind geslagen. Het beest begon als een gek te graven en voelde zich weer even de speurhond die hij jarenlang was geweest, toen nog in dienst van de Rijksoverheid. Hij kwam uit een fameus speurhonden geslacht, zijn opa zaliger Snuif senior was in begin jaren 90 nog ingezet om het losgeld van de Heineken-ontvoering te traceren. Na enkele minuten kwam Snuif triomfantelijk met een rood muntje in zijn bek naar zijn baasje lopen. De ambtenaar van dienst, alert als altijd, vermaande de hond en zijn baas, de munt was niet voor de vinder, maar was wettelijk eigendom van de gemeente. De ambtenaar nam de munt in beslag, vond en-passant nog een witte munt en lichtte onmiddellijk de stadsarcheoloog in. Deze zag direct dat deze vondst veel verder terugging dan de 14e eeuw, op beide – gehavende – munten was aan de rechterzijde nog iets van een jaartal te zien : 32. Verder een wapen met twee leeuwen. En boven een drietal letters : O V S. Hij herkende onmiddellijk de Romeinse signatuur van de munt en raakte er zeer opgewonden van. 32 na Christus, dat past in een groter geheel.

Woerden is voor archeologen tezamen met De Meern en Zwammerdam een van de belangrijkste plaatsen in Noordwest-Europa voor vondsten van schepen uit de Romeinse tijd onder andere omdat de rivier de Rijn en haar zijarmen er destijds doorheen stroomden en het Romeinse fort Laurium er was gelegen. In 1988 zijn in Woerden de resten van een eikenhouten schip gevonden, met jaarringonderzoek is vastgesteld dat het hout dateert uit 169 n.Chr. Maar nu dus waarschijnlijk een vondst van een kleine anderhalve eeuw eerder en wat zal verder onderzoek niet naar boven kunnen brengen?

Ondertussen waren er nog meer mensen blijven staan bij de bouwplaats, de opwinding was voelbaar. Onder hen was Pancratius een bekende Oudewaterse grondwerker. Niets bijzonders zei hij ongevraagd, ik heb in mijn hele leven veel meer van die oude rommel gevonden. Nooit gemeld natuurlijk, want het werk moet door. Naast hem stond een bekend raadslid. “Nou, knollen zul je hier niet vinden maat, dan kan je beter bij de volkstuinen zijn. Nu kan het nog” sprak Pancratius geestig. Het raadslid kon de opmerking wel waarderen, hij was niet kleinzielig. Wel zag hij onmiddellijk het belang in van de vondst, zo net voor de verkiezingen. “Ik en mijn partij hebben altijd al gezegd dat Oudewater boven Woerden staat, en dat blijkt nu maar weer”. Pancratius begreep niets van dit antwoord en liep verder, richting markt. Inmiddels kwam ook de burgemeester aangefietst, ook hij zag kansen om Oudewater op de kaart te zetten. Hij wilde graag zijn klassieke opleiding bedrukken en sprak de legendarische woorden : Aqua Veteris, caput cordis viridis. (*).

Van Mechelen lijnde zijn hond aan, gaf het beest een snoepje en een aai. Kom mee, het wordt me te druk, bovendien moet ik me nog voorbereiden op een spreekbeurt voor de Historische Vereniging in Oudewater over het werken bij de machinefabriek de Hollandsche IJssel in de vorige eeuw.

Nu kwam Van der Klis aanlopen. Hij was een bekende inwoner en vertelde graag over zijn jeugd. Ook had hij verscheidene boeken over Oudewater op zijn naam staan. Hij raakte al snel in gesprek met de eigenaar van het terrein. Die zag de bui al hangen en vreesde langdurig uitstel, maar probeerde er nog een positieve draai aan te geven. Als jij hier nu eens een spannend verhaal over schrijft, dan geven we een mooi boekje uit, dat is fantastische PR voor mijn bedrijf. Van der Klis, toch niet op zijn mondje gevallen, stond perplex. Ik heb al een pakkende titel : ‘van Romeins wiel tot automobiel’, en zorg nog wel dat er enige historische wielsporen op het terrein gevonden worden, vervolgde de autohandelaar. Wanneer kun je beginnen? Van der Klis fronste de wenkbrauwen. Hij was niet gewend aan zulk soort opdrachten. Toch zag hij ook wel kansen, het zou natuurlijk wel de kroon op zijn werk kunnen zijn, bovendien moest de schoorsteen ook roken en hij vermoedde dat de grondeigenaar niet slecht bij kas zat. “Als ik volledige de vrije hand krijg, onafhankelijk mag schrijven en er geen enkele tijdsdruk op staat wil ik er wel over nadenken” antwoordde hij.

Drie dagen later
De archeoloog heeft sterkte aanwijzingen over de betekenis van de drie letters aan de bovenzijde van de munt. De letters komen zeer waarschijnlijk van Obelix Vetulus Superior en verwijst naar superieure veteranen, die mogelijk een belangrijke rol hebben gespeeld in het verzet van de lokale bevolking tegen de Romeinen.

Van der Klis is in gesprek met zijn uitgever, de 1e druk van het boek wordt begin 2019 verwacht.

(*) Oudewater, hoofdstad van het Groene Hart