Verzet tegen de gevestigde orde en macht is een vaak terugkerend fenomeen in het maatschappelijke landschap. Een wel zeer bekende vorm van verzet is de muiterij. Zeer bekend geworden vanwege de opstand op het Engelse schip de Bounty. Dit schip voer in het jaar 1787 uit richting Tahiti om zgn. broodvruchtplanten te gaan halen en deze te vervoeren naar de Caraïben om de slaven goedkoop te voorzien van voedsel. De broodvruchten stonden als zeer voedzaam bekend. Op de terugweg naar het thuisland Engeland brak er opstand uit, welke bekend staat als de Muiterij op de Bounty. Kapitein Bligh had zich reeds op de heenweg als een erg wrede en onrechtvaardig leider laten zien en daarom zou de muiterij hebben plaats gevonden. Andere bronnen spreken van een geheel andere reden. De losse seksuele moraal op het eiland Tahiti zou de bemanningsleden tot de actie hebben gebracht en wilden na een week van onthouding terugkeren naar de kortgerokte schone dames op het tropische eiland. Verzet in het leger, ook wel insubordinatie genoemd, is een nog grotere zonde. In oorlogstijd kon je zelfs ter dood worden gebracht. Ook in de politiek is verzet een veel voorkomende daad. Zou kennen we boer Koekoek als anti-politicus en later Janmaat (“Landgenoten!”) In het nieuwe millennium was Pim Fortuijn een rijzende ster en na zijn dood werden we opgeschrikt door de witte uit Venlo. Ook in de voetballerij kennen we een aantal voorbeelden van verzet. Zo stond voetballer Wim van Hanegem bekend als notoire dwarsligger voor trainers en scheidsrechters. Tijdens het EK in Engeland verzette Edgar Davids zich krachtig tegen de vermeende discriminatie van coach Hiddink. “De kabel” was hiervan een direct gevolg. Bij voetbalclub OVS werd enkele jaren geleden in het geheim een coup voorbereid door de verzetsgroep “De Meent”. Zelfs bij de veteranen is verzet de normaalste zaak van de wereld. Sinds de komst van vooral Ignace Boreel en Cees den Butter bij de vets, wordt voortdurend op lafhartige wijze aan de stoelpoten van de leiding gezaagd. Dat dit van grote invloed is op het team behoeft geen nadere uitleg. Gelukkig is de gulle, relativerende lach van Kees en de sociale inbreng van Edwin en Pieter een welkome steun in de rug. In een vorig relaas werd al bericht over een op handen zijnd politiek schisma. Ook hier zijn de voornoemde heren schuldig aan.

Zoals bij vaste lezers bekend is, begon het seizoen 2016-2017 desastreus. Na het gevoelige afscheid van boegbeeld en aanvoerder Ad Verdouw kwamen de veteranen al snel in aanraking met de rode lantaarn. De zwalkende selectie werd nog enigszins op de been gehouden door legionair André Stigter, maar meer dan een benauwde zege op Woubrugge zat er aanvankelijk niet in. Eén en ander werd ook nog eens versterkt door de matige trainingsopkomst van enkele sterkhouders. Henk ging niet bij de pakken neer zitten en besloot bij elk begin van de week zijn medespelers te mobiliseren om woensdag te komen trainen. Hij slaagde al snel in zijn opzet, hoewel met name Cees den Butter niet van de luie sofa af te slaan was. Zijn sympathieke vrouw heeft mij na een onderhoudend gesprek medio oktober doen weten dat de stevig gebouwde den Butter ook in huiselijke sfeer een zeer matige conditie ten toonspreidt. Ook daar had Henk een oplossing voor, maar de leiding vond dit niet zo’n goed idee. Na de blessure van doelwachter Kwaak (achteraf bezien héél verklaarbaar) en Gert Kats, zat de leiding al snel met de handen in het haar. Toen we ook nog eens afscheid van André moesten nemen waren de rapen gaar. Het vertrouwen in de leiding werd tegelijkertijd ook rap minder. Dit laatste kwam vooral door de achterkamertjespolitiek van raadslid Boreel. Terwijl de wind guurder en guurder werd en de dagen allengs korter, ontstonden er ook steeds meer personele problemen bij de veldspelers. Gelukkig is het sociale netwerk van de leiding zeer omvangrijk, zodat al snel enkele oud-UNIO-voetballers werden opgetrommeld. Achtereenvolgens Ad Vergeer, Bertel Hoogenboom, Pim van Baaren en Ruud (Gurt) v.d. Hoogen kwamen regelmatig de gelederen versterken. Ad wees hierbij de weg. Na de 2-2- tegen koploper Aarlanderveen ging het al snel crescendo met de oudjes van de FCO. De winst tegen Gouda én het knappe gelijkspel tegen Soccer Boys luidden een fris, nieuw tijdperk in. De versterking in de spits middels Martin de Waal gaf ons het laatste zetje richting linkerrijtje. Althans volgens rasoptimist Jaap. Ondergetekende bleef aanvankelijk sceptisch. De niet aflatende seksueel getinte praatjes aan de bar en op de groepsapp van met name Cees en Henk lopen de spuigaten uit en hebben vooral een slechte invloed op de prestaties van Kees. De laatste tijd heeft Ignace zich bij het groepje perverselingen gevoegd. Hij kon het niet verkroppen dat zijn leider oprechte sympathie toonde voor een politica uit de oppositie en probeert al weken lang de ggl te demoniseren. Afgelopen zaterdag moesten we het helaas zonder ons loopwonder Harry doen en Kwaak en Gert lieten hun keepershandschoenen in de tas. Leo heeft nog steeds last van een onwillige spier, terwijl John al sinds het begin van het seizoen niet beschikbaar is. Rien, net verlost van het gips, trok weer eens de stoute schoenen aan en bezette naast Jan, Kees, Fred en Henk de overvolle bank. Doordat Jaap afwezig was vanwege een bridge te ver, besloot uw schrijver de vlag aan Jan te overhandigen, zodat de ggl zich wat intensiever bezig kon houden met het elftal.

Na het eerste fluitsignaal werd een uiterst laffe poging tot insubordinatie duidelijk. Terwijl de leiding dagen bezig is met het formeren van de juiste opstelling en het bepalen van de juiste taktiek, vonden de heren den Butter en Boreel het nodig in enkele seconden de boel te vergallen. Eerlijkheidshalve moet uw correspondent kwijt dat hij pas na afloop van de wedstrijd de omzetting doorhad. Bertel zou, zo was de verklaring van Ignace, het D66-raadslid kunnen ondersteunen in zijn werk als spielmacher en zodoende zijn licht narcistische inborst extra glans kunnen geven. De Boreel had echter geen rekening gehouden met de referee G. A. M. Miltenburg. De boerenzoon had vandaag de opdracht gekregen van voorzitter Hendrickx de van anarchie betichte grote grijze leider te schaduwen en elke aantijging versus clubleiding te noteren. Uiteraard had de v.d. Klis-zoon de geheime missie van de preses snel door en zweeg gedurende de wedstrijd in alle talen. Scheidsrechter Gerard kon zijn notitieboekje dus op zak houden en zou na de thee zijn ogen en oren meer en meer richten op vriend Boreel.
De wedstrijd begon direct al 10 minuten te laat en tegenstander Berkel had er vandaag blijkbaar niet zo’n zin in, want de reservebank bleef angstvallig leeg. Vanaf het eerste fluitsignaal zetten de vets de geel-blauwen onder druk. Gelegenheidsback Marco had samen met Richard, Roeland en Cees de voorhoede van Berkel goed in de tang, zodat keeper Edwin een makkie zou krijgen vandaag. Het ijzersterke middenrif voorzag onze spitsen telkenmale van goed passes en uit één daarvan scoorde Pieter de 1-0. De stoïcijnse v.d Windt liet het hierbij niet zitten. Na een afgeslagen bal kreeg hij het leder fortuinlijk voor de rechterschoen en haalde verwoestend uit: 2-0! Berkel wankelde en was prompt bang voor een heuse afstraffing. Zij hadden echter niet op de hulp van Ignace en Cees gerekend. De twee verraders vonden het nodig de verdedigende stellingen voortdurend te verlaten en zodoende de tegenstander in de gelegenheid te stellen zich te herpakken. De 2-1 was daar een logisch gevolg van. “Kwaak had die bal gewoon gehad!”, sprak de rijzige den Butter vilein in de rust. De tweede 45 minuten waren in het begin niet om aan te gluren en we vreesden voor de gelijkmaker. Fred liet zich weer eens van zijn beste kant zien en spoorde de manschappen aan tot meer passie. Na een kwartier herpakten we ons en de één na de ander kans werd om zeep geholpen. De goalie van Berkel stond daarbij erg sterk te keepen. Toen Kees – hij begon erg matig aan de tweede helft – de allermooiste gelegenheid verprutste, gingen we nog een moeizaam slot tegemoet. De gewisselde spelers trappelden inmiddels van ongeduld om weer het veld te betreden. “Dit kan zo niet langer Manus!”, schreeuwde Marco. “Haal Bertel eruit.” De schijnbaar onvermoeibare Hoogenboom lag halverwege de tweede helft echter voortdurend in het natte gras, zodat een wissel niet zo onlogisch zou zijn.

De leiding keek het nog even aan en toen Bertel na een overtreding over een pijnlijk bovenbeen wreef, greep de ggl alsnog in en sommeerde Bertel naar de kant. Als door een wesp gestoken sprong de plots gevitaliseerde Hoogenboom op en schreeuwde: “Nee joh!” Ignace en Cees lachten gemeen in hun vuisten. “Dit zal hem leren nederig te zijn.”, zo leken de twee te denken. De wisselspelers gingen weer zitten op de bank en uit het niets viel toen plotseling de bevrijdende 3-1. Dat het een eigen goal betrof deed niets af aan de vreugde. Het FCO-team kroop weer uit de schulp en Berkel begon de scheidsrechter te zien als kwade genius. Gerard trok daarop de touwtjes aan en met name Ignace vond dat hij daarvan onterecht het slachtoffer was en probeerde in woord en gebaar de man in het zwart over te halen zijn attutude te heroverwegen. Tja, de stap van politiek naar de rauwe werkelijkheid is een grote. De 4-1 (Martin de Waal) en de 5-1 (Kees v.d. Stok) deden de geel-blauwen definitief in het stof bijten. Opgelucht, blij en tevreden vlogen de spelers elkaar om de hals. Terecht, want de eclatante 5-1 zege was er één om in te lijsten! Man of the match werd Pieter. Twee goals en een assist spraken voor zich.