In de gelederen van de veteranen van de FC Oudewater zijn afgelopen zaterdag flinke discussies ontstaan rond het fenomeen handsbal. De wedstrijd tegen Hazerswoudse Boys werd nl. opgesierd door een serie strafschoppen. De spelers van de FC waren duidelijk niet gecharmeerd van de beslissing om een handsbal van een speler van de FC – de bal werd van dichtbij hard tegen de arm geschoten – te bestraffen met een penalty voor Hazerswoude. De scheids van dienst Harold van Aart hield er een eigen interpretatie op na die luidde: “Hands is hands tegenwoordig.” Marco Zwanenburg, die zijn handen doorgaans ook flink laat wapperen, was zeer verbolgen en eiste van de leiding deze regel tot op de bodem uit te zoeken. Bij dezen willen wij  de meest ingrijpende van de nieuwe regels aan u uitleggen.

Doeltrap: Een van de opvallendste wijzigingen is dat een doeltrap niet langer naar een speler buiten het strafschopgebied gespeeld hoeft te worden. Verdedigers mogen binnen de zestien meter door de keeper worden aangespeeld.

Hiermee kunnen ploegen makkelijker opbouwen en kan de keeper het spel sneller hervatten. Voorheen kon er straffeloos tijd worden gerekt door een ploeg die de doeltrap binnen het strafschopgebied speelde. Er stond namelijk geen sanctie op. De doeltrap moest simpelweg opnieuw worden genomen.

Hands: De regels worden eenvoudiger gemaakt. Als een speler van de aanvallende ploeg de bal met de hand of arm raakt, dan is er voortaan áltijd sprake van een overtreding. Een doelpunt kan dus nooit tot stand komen nadat een speler van de aanvallende ploeg de bal met de hand beroerde. Voorheen beoordeelde de scheidsrechter of er sprake was van opzettelijk hands of niet.

In verdedigend opzicht is er wel nog steeds sprake van een verschil tussen opzettelijk en onopzettelijk hands. Als de scheidsrechter oordeelt dat een verdediger zijn arm in een natuurlijke positie houdt en de bal van korte afstand tegen zijn hand of arm geschoten wordt, dan is dat geen overtreding. Deze regel is er om te voorkomen dat aanvallers bewust op zoek gaan naar een strafschop door de bal expres tegen de hand van een verdediger te schieten.

Kaarten: Trainers, stafleden en wisselspelers krijgen voortaan een gele of rode kaart als ze zich schuldig maken aan bijvoorbeeld spelbederf of commentaar op de leiding. Voorheen werden trainers naar de tribune gestuurd. Het tonen van de rode kaart moet voor het publiek duidelijker maken wat er aan de hand is.

Als het voor de scheidsrechter onduidelijk is welk staflid zich heeft misdragen, bijvoorbeeld in het geval van een opstootje met meerdere stafleden), dan kan hij de hoofdtrainer als leidinggevende van de trainersstaf de rode kaart geven.

Kaarten (II): Als een scheidsrechter een gele of rode kaart wil geven na een overtreding, maar de vrije trap wordt snel genomen door de aanvallende ploeg, dan kan hij voordeel toekennen door het spel door te laten gaan. Zodra het spel weer stilligt, toont de scheidsrechter alsnog de gele of rode kaart.

Penalty: Een keeper dient met minimaal één voet de lijn te raken op het moment van schieten. Als de keeper op het moment van schieten in de lucht springt, dan moet tenminste een deel van zijn lichaam op de hoogte van de doellijn zijn.

Dit is vooral een verduidelijking van de bestaande regel dat een keeper niet voor de doellijn mag staan bij een penalty. Bewegen op de lijn van links naar rechts blijft wel toegestaan, maar er wordt strenger gekeken naar het al dan niet te snel naar voren stappen van de keeper.

Muurtje: Spelers van de aanvallende partij mogen niet meer in de muur plaatsnemen om bijvoorbeeld het zicht van de keeper op de bal te belemmeren. Dit zorgde vaak voor duw- en trekwerk en oponthoud. Volgens de nieuwe regels moeten aanvallende spelers minimaal een meter afstand van het muurtje houden.

FC Oudewater – Hazerswoudse Boys (3-3)

De terugwedstrijd tegen de zwart-witten uit het veendorp nabij Alphen a/d Rijn zou een driepunter moeten worden. Het opgedane zelfvertrouwen door vorige week koploper CVC te bedwingen werd vooral geïllustreerd door de uitspraken van Cees den Butter. De ondeugende den Butter vindt dat de invloed van coaches schromelijk wordt overschat en daar was de wedstrijd van vorig weekend een duidelijk voorbeeld van. Aldus de sterkhouder van de veteranen. E.e.a. “stond” tegen de Reeuwijkers stukken beter als de voorgaande wedstrijden en daar moesten de (vorige week) afwezige leiders het maar mee doen. De insubordinatie begint vervelende vormen aan te nemen. Als straf mocht hij de eerste helft op de bank plaats nemen naast Berno, John en Jan. Eerlijk is eerlijk, hij deed dit zonder morren. We startten  met de weer herstelde Richard Karlas en Ruud vd Hoogen. Laatst genoemde moest de lijnen uitzetten, maar door slordige passing van zijn medespelers werd hij vaak gedwongen achter zijn tegenspelers aan te lopen. Niet zijn sterkste punt. Richard deed het naar behoren, maar was in de duels nog wat voorzichtig. Voorin begonnen Kees en Johan sterk. Het had na 5 minuten zomaar 2-0 kunnen zijn voor de FCO. Johan zakte na het goede begin wat terug en Kees moest veel meeverdedigen om de tegenstander af te remmen in hun aanvallende ambities. Hij speelde en passant zijn beste wedstrijd voor de oudjes tot nu toe en lardeerde dit met twee goals. Onze verdediging stond ijzersterk en goalie Fred keepte magistraal.  Dit was hard nodig want de Boys uit Hazerswoude namen na een kwartier het heft in handen en combineerden lustig door onze linies. Via enkele mooie counters sloegen wij bikkelhard terug door de 1-0 door Ruud aan te tekenen en Kees de 2-0 te laten scoren. Dit alles tegen de verhouding in, want het had makkelijk al  2-2 kunnen staan. Uiteindelijk werd het voor de thee ook 2-2. Na de rust kwam Jan het middenveld versterken en nam Berno de plaats in van de moe gestreden Johan. Cees was al in het veld gekomen voor Ruud en Richard wisselde uit voorzorg. De opponent zette een tandje bij en met kunst – en vliegwerk hielden we het droog. Hazerswoude bezit nl. een handvol zeer goede spelers en Roeland moest alle zeilen bij zetten om de boomlange spits af te stoppen. Hij kweet zich uitstekend van zijn taak.

Nadat Berno enkele 100 % kansen had gemist – de keeper van de tegenstander was in één woord geweldig – sloeg uiteindelijk spits Kees v.d. Stok toe met de 3-2. Het linker rijtje lokte voorzichtig. Het was dan ook een domper dat het 3-3 werd. Eerlijk gezegd was dit een terechte uitslag. Cees en leider Jaap vonden dat de vele kansen van de FC een beter lot hadden verdiend: een overwinning. Maar dat is scorebordjournalistiek. De tegenstreber voetbalde grote delen van de middag beter en verdienden een puntje. Man of the match werd Fred, doch Kees met zijn twee goals en tomeloze inzet en positivisme ook aanspraak maakte op de titel. Evenals Roeland trouwens.