Afgelopen zaterdag moesten de vets aantreden tegen Hazerswoudse Boys. Hazerswoude is een dorp bij Alphen a/d Rijn en heeft ruim 5000 inwoners. Voor de jaartelling bestond het gebied voornamelijk uit (brak) water en er groeide daardoor hoofdzakelijk (helm)gras. Er was geen bescherming tegen de elementen en daardoor alleen tijdelijk bewoond door jagers en vissers. Als op een gegeven moment de klimatologische omstandigheden wat rustiger worden en daardoor  nauwelijks nog overstromingen, krijgt de Rijn – met haar zoete water – meer vat op het gebied en daardoor is er weer bomen – en plantengroei mogelijk. Er vormde zich een veenbodem, zoals in vele andere delen van ons land. Als de Romeinen ons land binnen vallen wordt het hen al snel duidelijk dat het noorden lastig te beteugelen is en gemakshalve wordt de Rijn als limes aangehouden. Langs de rivier ontstaan er Romeinse nederzettingen, waarvan Heerlen, Nijmegen, Utrecht, Woerden en Voorburg de bekendste gevolgen zijn. Ook in dorpjes als Zwammerdam en Hazerswoude hadden de Romeinse soldaten een castellum gebouwd. Nadat het Romeinse Rijk werd overspoeld door aanvallen uit het verre oosten was het gedaan met de hegemonie. Het land rondom  het gebied waar nu Hazerswoude ligt werd de eeuwen nadien regelmatig door overstromingen geteisterd en ook een zware orkaan in de 9e eeuw schijnt een verwoestende uitwerking gehad te hebben op de natuur. Pas rond de 12e eeuw begint men in veel veengebieden met de ontginning. Een ambachtsheer  had in die tijd de zeggenschap over zo’n ontginningsgebied en deze werd vaak ambacht genoemd (denk aan de plaats Bergambacht). In onze contreien werd dit vaak heerlijkheid of zaligheid genoemd. Denk maar eens aan de Acht Zaligheden bij Gouda. Het moeras werd op een gegeven moment leefbaarder gemaakt door eenvoudige dijkjes aan te leggen. In het woeste land – ook wel moer genoemd (denk aan Moerkapelle!) – werden als afwatering smalle slootjes aangelegd. Die dijken werden in die tijd ook wel moerdijken genoemd. De bovenste laag grond kwam droog te liggen en men ontdekte dat deze turf uitstekend als brandstof fungeerde. Het afgraven bleef helaas niet zonder gevolg. Door te weinig kennis over het ontginnen ontstonden er grote plassen. Rond 1400 was het land wederom onbewoonbaar geworden.  De kennis die men intussen kreeg over de beheersing van het water zorgde ervoor dat droogmakerijen, die pas rond 1800 waren voltooid, het land weer geschikt maakten voor landbouw en zo ontstond langzamerhand het dorpje Hazerswoude. De molens in het dorp zijn nog  overblijfselen van de strijd tegen het water. De zgn. wipmolens luisteren o.a. naar de namen Rode Wip en Blauwe wip. De naam zou komen van het vele wippen dat de molens deden als er bij een harde wind werd gedraaid.  De naam Hazerswoude is trouwens een verbastering van Hazelaarswoude. In de volksmond wordt vaak de naam Hazerswou gebruikt. Het veendorp bestaat uit twee kernen: Hazerswoude-Dorp en Hazerswoude-Rijndijk. De kern Dorp is de thuis-plaats van de voetbalclub Hazerswoudse Boys. De vereniging is ontstaan uit een samenvoeging van de Hazerswoudse Boys en Zwart-Wit. De oprichting vond plaats in het jaar 1943.

Afgelopen zaterdag stond de wedstrijd Hazerswoudse Boys-FC Oudewater op het programma. Het kleine, knusse veld 3 zou het decor moeten worden van een sportieve krachtmeting tussen de zwart-witten en de tricolores uit Oudewater. Helaas zou het heel anders verlopen. Nadat de wedstrijd was geëindigd in een klinkende 7-0 zege voor de thuisploeg, werd de zonovergoten dag overschaduwd door een nog nimmer vertoonde gebeurtenis in de geschiedenis van het Nederlandse voetbal. De uiterst vriendelijk verlopen pot, waarbij Johan Kroon zijn rentree maakte en de veteranen wederom werden geconfronteerd met een grote schare afmeldingen, zou uiteindelijk culmineren in een onvervalste staking. Wat er in de bestuurskamer van de Boys heeft afgespeeld tussen Jaap Konings en de scheidsrechter van de zwart-witten is nog steeds onduidelijk. Aan de pick-nick-tafel was het nl. goed toeven en nadat wij door de tegenstander werden getrakteerd op een enorme berg frituur was er al bijna sprake van een vriendschap tussen de twee clubs. Het dispuut tussen Jan en Roeland was intussen weggespoeld door vele glazen bier – voor de goede orde: niet door de chauffeurs van dienst – en toen de boosheid en teleurstelling waren vervlogen, stormde Jaap plotseling met een verhit hoofd uit de burelen van H. Boys. Zonder iets te zeggen propte hij  een handvol bitterballen naar binnen, goot in één teug – a la Bep Stalvord –  een flacon pils in den keel en liet ons terstond achter bij het inmiddels ondergaande, warme najaarszonnetje. Voordat we iets konden uitbrengen kwam de scheidsrechter van dienst op uw verslaggever aanstormen. Met verwilderde blik wees hij met zijn rechterwijsvinger op het scherm van zijn telefoon. “Gestaakt” stond er op de voetbal.nl-applicatie. Ik nam nog eens een slok en wilde verder gaan met mijn onderhoudende gesprek met topscoorder Martin de Waal. De Lekkerkerker had weer eens wat vrouwelijk schoon ontdekt en wilde mij daarvan uitgebreid verslag doen. “Dat moet een vergissing zijn van mijn maat mijnheer.”, stamelde ik nog, terwijl de referee alweer wegliep richting bestuurskamer. Het was inmiddels half 7 in de avond en tijd om te gaan. In Oudewater aangekomen was het incident allang vergeten en konden we in de FCO-kantine nog even genieten van de uitstekende muziekkeuze van dj Gurt. Natuurlijk was dit niet genoeg voor sommigen en terwijl we een eerste afzakkertje tot ons namen in TP, regende het berichtjes op de telefoon van uw schrijver. Veel veteranen maakten zich grote zorgen om het bericht op de wedstrijdzaken-app als zou de wedstrijd door schuld van FC Oudewater zijn gestaakt. Licht beneveld dacht uw verslaggever ineens terug aan de roemruchte jaren ’50.  Om precies te zijn het jaar 1959. Het was een herfstachtige dag toen OVS een wedstrijd speelde tegen een deftige club uit Den Haag. De naam is mij helaas ontschoten, maar niet ter zake doende.  De geelbuiken hadden een lastige middag en de mouwen werden op een gegeven moment flink opgestroopt om de overwinning binnen te slepen. Na enkele pittige overtredingen van de zijde der rood-witten waren de rapen gaar. De man in het zwart vond het blijkbaar welletjes en wilde de wedstrijd eindigen. Het talrijke thuispubliek, toch al verhit, stormde het veld in. De spelers van OVS zochten direct bescherming, want zij werden links en rechts fel om de oren geslagen door…. enkele tientallen vrouwen van de thuisclub. De  grotendeels in het donker geklede dames mepten er met hun paraplu’s flink op los. Het mannelijke gedeelte bleef keurig achter de afrastering en hielden hun hoeden vanwege de sterke wind stevig vast.

De dagen erna hadden team en staf in het Oudewaterse flink wat uit te leggen kan ik u zeggen. Gelukkig was het toenmalige bestuur gezegend met een uitstekende secretaris: Hubert Dijns. In de volksmond de poppendokter genoemd. De mede-oprichter van OVS woonde jarenlang op het Achterom aan de Grote Gracht, vlakbij mede-icoon Joop  (Puck) Stalvord. Dijns was goed van de tongriem gesneden en ook een begenadigd schrijver. Daarnaast had hij zeer goede connecties bij de KNVB-bestuurders. De heren kwamen in die tijd maar wat graag naar Oudewater toe om enkele flessen jenever soldaat te maken en deze goede verstandhouding zou OVS menigmaal redden van strafvervolging. Ook nu werden de rood-witten gered. De wedstrijd zou – aldus Dijns – niet door schuld van zijn geliefde club zijn gestaakt, maar door het gewelddadige gedrag van de supporters der thuisclub. De vele doktersbezoeken en doktersbehandelingen werden daarbij als bewijsmateriaal opgevoerd. De uitslag (1-2) bleef daardoor in de boeken staan en omdat het incident plaatsvond in de slotfase van de strijd, werd de wedstrijd als uitgespeeld verklaard. Onze duo-preses Harold van Aart en speler der veteranen zal ongetwijfeld zijn uiterste best doen om het vervolg van het incident in goede banen te leiden. Daarbij zal J. K. (uit piëteit voor de verdachte hier geen volledige naam) als kroongetuige worden opgevoerd. Hierbij roept het bestuur teamgenoten en andere belangstellenden op voorlopig geen contact te zoeken met de verdachte. Inmiddels heeft het bestuur de veteranen een heus spreekverbod opgelegd: men neemt de zaak nl. hoog op. Ondergetekende houdt zich vanzelfsprekend niet aan het verbod en wacht de eventuele repercussies rustig af. Aanvoerder Jan Eykelestam is zeer ontdaan van de gebeurtenis en denkt dat zijn strijdvaardige taal van de afgelopen weken mede oorzaak is van de gestaakte wedstrijd. Dat hij gekozen werd tot man of the match was slechts een pleister op de wonde vond hij. Wordt vervolgd.