Zo aan het einde van het jaar kijken we vaak terug naar het voorbije jaar. We beschouwen dan met elkaar o.a. de hoogte – en dieptepunten.  We maken ook graag lijstjes, bijv. De Top 2000. De beste films van het jaar en de meest verkochte boeken. “Het jaar is weer voorbij gevlogen.” Deze woorden worden in deze feestmaand ettelijke malen uitgsproken. Heeft het jaar eigenlijk altijd bestaan? Wat is eigenlijk de oorsprong van ons kalendersysteem?

Het woord kalender is afgeleid van het Latijnse woord kalendae, dit was de eerste dag van de maand in de Romeinse tijdrekening. Egypte had trouwens al langer een kalender gebaseerd op 365 dagen. De Romeinse kalender heeft sinds de stichting van Rome in de 8e eeuw v.Chr. in vele achtereenvolgende gedaanten tot op de huidige dag bestaan. Oorspronkelijk omvatte de Romeinse kalender 304 dagen verdeeld over tien maanden plus een niet nauwkeurig omschreven aantal (ongeveer zestig) dagen in de winter.  De voorlaatste gedaante van de Romeinse kalender was de juliaanse kalender (van -45 tot 1582); deze door Julius Ceasar. ingevoerde kalender die werd aanvaard als officiële kalender van de kerk, was gebaseerd op een jaar van 365,25 dagen met een schrikkeldag iedere vier jaar. Op den duur ging daardoor de Juliaanse kalender steeds meer achterlopen. Daarom werd deze door de Rooms Katholieke kerk in 1582 door de gregoriaanse kalender (onze huidige kalender) vervangen. De tien dagen achterstand werden ingelopen door op donderdag 4 oktober 1582, vrijdag 15 oktober te laten volgen. Door de verschillende politieke en godsdienstige omstandigheden in de verschillende landen van Europa werd deze kalender niet overal ingevoerd. Wereldwijd bestaan verschillende kalendersystemen, maar de gregoriaanse kalender wordt door velen als de universele standaard gezien.

De namen van onze maanden hebben de volgende oorsprong:

Januari: naar Janus, de god van doorgangen, poorten en in- en uitgangen, ook in de tijd. Algemener werd Janus wel gezien als god van alle begin, en van de overgang van oud naar nieuw. Janus wordt meestal afgebeeld met twee gezichten: een dat naar voren kijkt (naar de toekomst) en een dat naar achteren kijkt (naar het verleden). De elfde maand van het jaar werd naar hem vernoemd omdat hij als het begin van een nieuwe periode werd beschouwd – het was namelijk de eerste maand na de winterse zonnewende. Dat deze maand uiteindelijk de eerste maand van het jaar werd, heeft ook met die associatie te maken.
Februari: van het Latijnse februare, dat ‘reinigen’ betekent. Letterlijk ‘de maand van      het reinigingsfeest’. In deze laatste maand van het oude Romeinse jaar werden      reinigingsoffers gebracht.
Maart: naar Mars, de god van de oorlog; mogelijk zo genoemd omdat in het voorjaar de strijd, die ‘s winters stillag, weer hervat kon worden. Overigens kan de vernoeming naar Mars ook te maken hebben met het feit dat hij oorspronkelijk de god van de vegetatie was; in maart komt deze na de winter immers weer op.
April: herkomst onzeker. De Latijnse vorm was aprilis; deze kan komen van een Etruskisch woord dat uiteindelijk teruggaat op de naam Aphrodite (de godin van de liefde). Een tweede mogelijkheid is een verband met aperire, dat ‘openen’ betekent, ter aanduiding van de ontluikende natuur. Ook wordt wel een verband met apricus, Latijn voor ‘door de zon beschenen’, verondersteld.
Mei: naar Maia, in de Romeinse mythologie de moeder van Mercurius, maar oorspronkelijk de godin van de groei. Ook mogelijk is dat de maand genoemd is daar de god Jupiter Maius, die groeikracht brengt. De namen Maia en Maius gaan beide terug op maior, wat ‘groter’ betekent.
Juni: naar Juno, de beschermgodin van de vrouw, het huwelijk en de geboorte.
Juli: Gaius Julius Caesar noemde in 44 voor Christus zijn geboortemaand naar zichzelf. De maand heette oorspronkelijk quintilis ‘vijfde’, omdat het de vijfde maand was van het jaar (dat immers in maart begon).
Augustus: naar keizer Augustus (letterlijk ‘de verhevene’), de eerste keizer van het Romeinse Rijk. Hij haalde in deze maand zijn belangrijkste overwinningen en werd in augustus consul. In 8 voor Christus stemde Augustus ermee in om de zesde maand van het jaar, die tot dan toe sectilis/sextilis (‘zesde maand’) had geheten, voortaan augustus te noemen. Dat Augustus ook in augustus overleed, is toeval. Ons woord oogst is van augustus afgeleid.
September: van septem (‘zeven’). Deze maand was oorspronkelijk immers de zevende maand van het Romeinse jaar.
Oktober: van octo ‘acht’.
November: van novem ‘negen’.
December: van decem ‘tien’.

Het voetbaljaar 2018 verliep voor de veteranen van de FC Oudewater uiterst grillig. In mei beëindigden we met een keurige 24 punten een uitstekend seizoen. Het huidige voetbalseizoen gaat het echter stukken minder. Met de inhaalwedstrijd tegen DONK voor de deur staan we met 3 schamele puntjes op de onderste plaats. Afgelopen week speelden we een 6 puntenwedstrijd tegen Hazerswoudse Boys. Zij deelden met de FCO  de rode lantaarn. Qua doelsaldo stonden de zwart-witten er echter iets beter voor. Afgelopen zaterdag was een waterkoude dag. In kleedkamer 13 was het gelukkig aangenaam toeven. Buiten stond een ijzige wind en de vloerverwarming in het voormalige OVS-gebouw zorgde ervoor dat de warming up hoofdzakelijk binnen plaats vond. Op de reservebank zat een eenzame Simon v.d. Gun. De rest van de selectie had belangrijke zaken van doen of was ziek of gekwetst. Gelukkig kwam Edwin snel de gelederen versterken, nadat zijn dochter kampioen was geworden. Hazerswoude zette ons meteen vast en keeper Martin van Vliet moest alle zeilen bijzetten om zijn domein te verdedigen. Een 45-tal minuten later stond er al een bijna onoverbrugbare achterstand van 0-3 op het scorebord. Na de thee tapten we uit een ander vaatje en werd de opponent sterk teruggedrongen. We verdienden toen zeker een doelpuntje en dan zou het wellicht nog een echte wedstrijd zijn geworden, maar de 0-4 deed ons helemaal de das om. We gaven het  heel bewonderenswaardig niet op, maar terwijl wij de kansen kregen werden we weggecounterd naar 0-5. Een prachtig doelpunt van topscoorder (!) Richard Karlas deed ons even glimlachen, maar de uiteindelijke nederlaag van 1-5 was erg zuur. Net als onze hoofdmacht beleven we zware tijden. Volgende week zullen we proberen de eerste, matige seizoenhelft goed af te sluiten tegen het hooggeklasseerde DONK. Hopelijk zal de reservebank wat beter gevuld worden dan de afgelopen weken.