“The roof, the roof is on fire!”
(Bloodhound gang – Fire Water Burn)

“Sinterklaas wie kent hem niet?” Een versregel uit een lied van Het Goede Doel. Het suggereert dat iedereen weet wie de man is. Niets is minder waar. Waar vroeger in Oudewater Arie de Jong ons jaren voor de gek hield, is nu een goede kennis van politiecommissaris Baantjer de goedheiligman. In den lande is het helemaal een zooitje. In de jaren ’50 was een dierenarts zgn. de “echte” Sint. Zijn naam was Jan Gajentaan. De man heeft ons tot halverwege jaren ’60 voor het lapje gehouden. Daarna volgde Adrie van Oorschot hem op. Hij was in het dagelijkse leven buikspreker, poppenspeler, goochelaar en imitator en speelde zijn rol blijkbaar zo goed dat hij bijna niet te vervangen leek. Wel 20 jaar hield van Oorschot het vol! In de laatste jaren was zijn lichamelijke gesteldheid zo slecht geworden, dat hij niet meer op zijn schimmel kon zitten en werd toen ingeruild voor acteur Bram v.d. Vlugt. Bram zou de rol het langste (24 jaar) volhouden. Aanvankelijk had hij het erg zwaar. Vele ouders schreven kwaaie brieven aan v.d. Vlugt. Men wilde maar niet geloven dat hij de echte Sint Nicolaas was. Hij trok zich er niets van aan en groeide in zijn rol. Uiteindelijk vond men hem de allerbeste Sinterklaas ooit. Na meer dan 20 jaar TV-Klaas gingen de jaren zijn tol eisen en in 2010 nam v.d. Vlugt afscheid. Het was nu nog lastiger een goede opvolger te vinden. Men koos toen Stefan de Walle – “Kees” – uit de TV-serie Flodder. De geloofwaardigheid was toen definitief verdwenen en de TV-bonzen zaten met de handen in het haar. Eind augustus besloot men tot een waar crisisberaad waar omroepbazen, producers en vele anderen hun licht over het probleem lieten schijnen. Onze oudstadgenoot Ben Brand – zoals u weet werkt hij al jaren achter de schermen in omroepland – was ook aanwezig en wist de vergadering te overtuigen van het feit dat er in ons stadje genoeg talenten rondliepen, die de rol van Sint Nicolaas perfect zouden kunnen invullen. Uw schrijver kent de Brand-telg al vele jaren, maar was toch erg verbaasd dat ie werd gebeld door de entertainer. De tegenwoordig in Montfoort woonachtige Brand legde mij de zaak voor en ik beloofde hem ras met een passend antwoord te komen. Mijn eerste gedachten gingen natuurlijk uit naar Artozona en Treatief. De vele voorstellingen, die uw correspondent ooit heeft bezocht, waren zeer amusant, doch onder het toneelvolk bevond zich echter geen opvolger van Sinterklaas. Het was inmiddels eind september en er brak lichtelijke paniek uit in de TV-wereld. Na een smadelijke nederlaag van de veteranen (in de bekercompetitie) ergens in Rotterdam kreeg ik plots een luminieus idee. De ware opvolger van Sinterklaas bevond zich in mijn directe omgeving: de veteranen! Na een strenge voorselectie werden de volgende veteranen op de nominatielijst geplaatst: Gert Kats, Henk van Mechelen, Cees den Butter, Leo de Wit en Marco Zwanenburg. Allen uitstekende kandidaten toch? De voornoemde personen werden met een opdracht naar huis gestuurd. Thuis moesten zij een speech voorbereiden. Een ieder moest de leiding der vets, gesecondeerd door enkele spelersvrouwen, er van proberen te overtuigen wie de komende jaren de ware Sinterklaas mocht zijn.

Henk mocht als eerste zijn voordracht doen. De oudste veteraan verscheen in een Supermanpakje, welke Jolanda op een geleende Husqvarna had gemaakt. De cape was uiteraard felrood. Op zijn hoofd droeg hij een geel maskertje. Onder zijn reukorgaan pronkte een snor van enkele dagen oud. Zijn baard had hij niet laten staan. Dit zou te veel argwaan hebben gewekt vertelde hij later. Een minpuntje. Onder de cape was zijn bovenlijf ontbloot. Als broek droeg hij oude goudkleurige hotpants. Dit kledingstuk – vooral bekend geworden door de zangeres van de jaren ’70-band Middle of the road, had hij gevonden in een tas op zolder van hun vorige huis aan de Julianastraat. Zijn geliefde wilde dit ooit nog eens dragen, mocht zij ooit nog eens in de echt treden met Henk. Een flink aantal jaren geleden liet de oud-secretaresse van OVS dit eens doorschemeren na een overdosis Rivella Light. Van Mechelen verscheen ook zonder staf. De jury vond dat dit de geloofwaardigheid totaal niet ten goede kwam en wees Henk de deur. De man was zo teleurgesteld dat hij geen woord kon uitbrengen. Pas nadat de deur achter hem was gesloten wees hij met zijn rechterwijsvinger naar beneden en stamelde zachtjes: “En deze dan!?” De overgebleven kandidaten haalden opgelucht adem. Ondertussen negeerden zij hem volledig. Nummer 2 was Cees den Butter. Vol zelfvertrouwen stapte hij de juryruimte binnen. Met zíjn staf zat het wel snor, dacht hij trots. “Die heeft zijn sporen ruimschoots verdiend”. Week in week uit horen we woorden van die strekking. Vooral in de kleedkamer schept den Butter op over zijn viriliteit. Pure scorebordjournalistiek! De vraag waarom juist hij geschikt zou zijn voor de Sinterklaasrol ontweek Cees keer op keer. De jury, die buiten Jaap en Mc bestond uit spelersvrouwen Anita, Carolien, Anja en Saskia, keken elkaar verbaasd aan. De laatste is na veel aandringen van Leo bijgevoegd. Zij zou als geen ander de competenties van de kandidaten kunnen beoordelen. Nadat zijn eega was geïnstalleerd, schreef de Wit zich ook snel in voor de contest. Daar dit enkele minuten voor de sluitingstijd van inschrijving gebeurde kon deze sluwe zet helaas niet meer worden teruggedraaid. Afijn, ook Cees zijn geloofsbrieven waren niet overtuigend te noemen en ook hij werd afgewezen. Voordat de hevig beledigde den Butter was teruggekeerd in het benauwde wachtkamertje, stoof Leo al naar binnen om de jury ervan te overtuigen dat hij de juiste man was. Met enorm veel omhaal – alleen de kennismakingsronde duurde al meer dan een half uur – sprak de CEO zijn woorden uit. Het kwam erop neer, aldus Leo, dat hij de meest eloquente Sinterklaas zou kunnen zijn. Om de Sylvana Simons-adepten en DENK-partijgenoten te kunnen overtuigen van onze rijke Sint en Piet-historie was het zaak om zo veel mogelijk linguïstische hoogstandjes te gebruiken. “Dan gaan ze wel om!”, stelde de Wit. Vervolgens wees hij nog even fijntjes over de ervaring die hij jaren terug met een schimmel zou hebben gehad.

Carolien en de andere vrouwen wezen hem terstond af. Met schimmel wilden zijn niets te maken hebben! Ondertussen schoof Marco zenuwachtig heen en weer op zijn stoel. In zijn hand hield hij een briefje waarop in het kort zijn capaciteiten waren vermeld. Het mooie handschrift deed vermoeden dat de woorden door een dame waren opgesteld. Later zou blijken dat de charmeur een nieuwe liefde had ontmoet. Daarover straks misschien meer. Zwanenburg trad ondanks zijn zenuwen redelijk zelfbewust de commissieleden tegemoet. Met een glimlach van oor tot oor startte hij zijn betoog. Wat volgde was een nogal onsamenhangend verhaal over looplijnen en doordekken. Wat veel verbazing wekte was zijn aversie tegen Zwarte Piet. Zoals u weet is het populisme bij de veteranen reeds gemeengoed geworden, maar om nu net zoals Simons c.s. de donkere knecht in de ban te doen, ging de jury echt te ver. Erg jammer, want later zou de jury toegeven, dat Marco een uitstekende goedheiligman zou kunnen worden. Saskia vond toch dat de ski-leraar het voordeel van de twijfel zou moeten krijgen en vroeg om een adstructie. Zij gebruikte deze luxe bewoording bewust. Haar intellectuele man had te verstaan gegeven zo wollig en zo ingewikkeld mogelijk het woord te doen. Met name Carolien zou gecharmeerd zijn van een flinke mate van eruditie. Marco zag plots weer kansen en begon een verhaal over zijn PTSS. Meteen spitsten de commissieleden hun oren. Zwaan zou in zijn adolescentetijd zijn maagdelijkheid hebben verloren aan een vrouwelijke Zwarte Piet. Niks mis mee zou je zeggen. Echter, hij ontdekte tot zijn ontzetting dat de zwarte schmink onherstelbare indruk had achter gelaten. Vele schoonmaakmiddeltjes later zou hij de sporen hebben kunnen wissen. Uw schrijver vond het verhaal over zijn trauma erg plausibel en stelde direct voor hem als nieuwe Sinterklaas bij de NPS aan te melden. Jaap – als medeleider mocht hij een veto uitspreken – protesteerde luid. Teleurgesteld droop de gedroomde Sint af. Gert was de laatste in de rij. Aanvankelijk schatte hij zijn kansen minimaal in, maar toen hij zijn mededingers één voor één zag afhaken, keerde het zelfvertrouwen langzamerhand weer bij hem terug. Ook hij had zijn competenties op een kladje geschreven, maar net toen hij wilde beginnen met zijn praatje kreeg hij een geniale ingeving. Hij vroeg de juryleden hun mobiele telefoons tevoorschijn te halen. Zij moesten de VoetbalApp openen en een serieuze blik werpen op de uitslagenlijst van de veteranen. Jaap protesteerde wederom. Zijn oude Nokia 3210 was nl. niet in staat dit moderne kunststukje te verrichten. Gert keek met een beteuterd gezicht naar de Koningstelg en gelukkig accepteerde deze toen de vraag van de keeper. “Kijk goed!”, zei Gert. “Hoeveel goals hebben we tot nu tegen gekregen?” Nadat de digitale telramen in werking waren gesteld, begreep men de move van Kats. Niemand was zo vrijgevig als hij, vervolgde hij zijn verhaal. Was dat nou net niet de ultieme kracht van een goede Sinterklaas? Wij waren verbluft. Dat we daar niet aan hadden gedacht! Met de beide armen in de lucht schreeuwde hij het uit: “The roof, the roof is on fire!” Tevreden en trots feliciteerden wij Gert met zijn nieuwe job.

Een nieuw tijdperk voor het aloude 5 decemberfeest was dus aangebroken. Een keeper als moderne Sinterklaas, wat een vondst! In de euforie beslisten de juryleden dat het paard in de ban zou worden gedaan en dat de Sint zich voortaan op de motor zou gaan verplaatsen én dat de ouderwetse tabberd de vuilnisbak in kon. Afgelopen zaterdag was in ons mooie IJsselstadje de intocht van de man uit Spanje. Tegen half drie werd hij verwacht aan een aanlegsteiger in een naburig dorp. Vandaaruit zou er een schip richting Oudewater vertrekken. Daar aangekomen zou de nieuwe Sint met ronkende motor aan wal gaan. Gert had die zaterdag de wekker om 6.00 uur gezet en zijn geliefde zou op dat tijdstip een heerlijk ontbijt verzorgen. Die nacht deed hij echter nauwelijks een oog dicht. Conny zou later verklappen, dat de veteraan in vol keepersornaat onder de wol was gekropen. Toen deze zijn gade welterusten wilde kussen had hij zelfs zijn handschoenen nog aan. Afijn, na het ontbijt nam hij nog even het scenario van de dag door om vervolgens zijn motor te gaan inspecteren. Tegen negen uur die ochtend ging zijn telefoon af. Hij zag op het scherm dat zijn leider de beller was. Deze meldde Gert dat het team met een groot probleem was opgescheept. Het zat zo. Kwaak was nog gekwetst, Fred was nog stijfjes van de vorige wedstrijd tegen Woubrugge en Edwin had een overvolle agenda. “Je moet meedoen Gert!”, smeekte de GGL. “We worden anders compleet afgeslacht door DONK.” Gert aarzelde geen moment. Hij vond het een goed moment om te bewijzen dat alleen hij de enige echte Klaas was. Opgelucht werd een vinkje achter Gerts naam gezet. ‘
Tegen half één werden de laatste veters gestrikt en de opstelling doorgegeven. In kleedkamer 5 was de stemming opperbest. Na de overwinning vorige week had het zelfvertrouwen een flinke boost gekregen. Uw correspondent had de lijst met mutaties echter goed bestudeerd en daarop stonden niet de minsten. Afwezig waren niet alleen Edwin en Kwaak, ook Jan, Richard, Cees en Roeland schitterden door afwezigheid. Gelukkig bood de afdeling zondag soelaas. Ad Vergeer – als linksback – en Bertel Hoogeboom als centrumverdediger completeerden het team. Op het middenveld zou een mystery guest gaan fungeren. Na een voortvarend begin en de hoop op een goed resultaat, scoorden de Gouwenaars echter in korte tijd de 0-1 en de 0-2. Gert klapte na de tweede goal enthousiast in zijn handen. “Schitterend nummer 9!” “Ga zo door!” “Ha ha!” Verbaasd keken de FCO-spelers elkaar aan. Wat was hier in godsnaam aan de hand? In de rust verwarmden we onze koude jatten aan de warme thee. De atmosfeer begon zich langzaam te roeren en de stevige wind zou een opmaat blijken voor de eerste najaarsstorm. Na de nodige wissels betraden we veld 5 voor de tweede 45 minuten. Vooral Kees had nog goede zin en spoorde zijn medespelers aan. Gert was blijkbaar in gedachten al bij de intocht, want na enkele minuten viel de 0-3. “Zo.”, zag je hem denken. “Als ze nu niet inzien, dat ik de enige echte Sinterklaas ben!” Bertel en Ignace lieten het er niet bij zitten en deden hun stinkende best om de boel recht te zetten. Na enkele gevaarlijke aanvallen veroorzaakte de laatste man van de geel-zwarten een penalty. Kees schoot de onberispelijk en snoeihard tegen de touwen. DONK wankelde en we roken bloed.

Met name Bertel zette nog een tandje bij en de 2-3 hing in de lucht. Helaas, daar dacht DONK anders over. In no time lieten de Gouwenaars merken dat zij niet voor niks meedingen om de titel en gaven een perfect visitekaartje af middels de 1-4 en 1-5. Het geloof in een goed resultaat ebde langzaam weg en toen het slotakkoord klonk (1-6), leek de missie van de nieuwe Sint Nicolaas geslaagd. Na het laatste fluitsignaal van Rien v.d. Stok – hij floot uitstekend – snelde Kats richting motor. Zonder te douchen sprong hij op zijn bike en reed met gierende banden naar de boot, die hem een glorieuze intocht zou gaan bezorgen. Tegen drie uur werd de Sint verwelkomd door burgervader Verhoef. Naast hem stonden niet zoals verwacht de wethouders van D66/VVD en Onafhankelijken. Deze waren uit rancune niet uitgenodigd vertelde Ignace pissig. Nee, naast Pieter stonden enkele bekende Oudewaterse miljonairs die a la Trump triomfantelijk naar het pleps zwaaiden. De puissant rijke ondernemers zien deze move waarschijnlijk als dé kans om binnenkort de macht te grijpen. In de kantine van de FCO was de sfeer gelaten. De meeste veteranen gingen al vroeg naar huis, zij hadden die avond een 25-jarige bruiloft in de Dijketelg. Jan zou daar met zijn Karin laten zien – zei waren de jubilarissen – dat het met de (dans)conditie nog goed zat. Zij openden met een swingende dans en waren vervolgens niet meer van de vloer te slaan. Tegen twaalven ging ook Gert de dansvloer op. Op de stevige beat van “Thunderstruck” (AC/DC) zwaaide hij driftig met de armen. Goede liplezers zagen zijn lippen de eerder genoemde strofe “The roof, the roof is on fire!” uitspreken. Inmiddels had Marco zijn nieuwe vlam geïntroduceerd. Vol trots was hij alle 200 gasten afgegaan om haar voor te stellen. Terecht overigens. Veel geluk kerel!